Myofasciale lijnen

Gepubliceerd op 26 april 2024 om 09:27

Dat fascia alles in het lijf van het paard met elkaar verbindt, wist je misschien al. Maar wist je ook, dat er myofasciale lijnen bestaan die door het hele lichaam van het paard lopen? Een myofasciale lijn is een keten van spieren, met elkaar verbonden door fascia. Deze myofasciale lijnen zijn door Thomas Myers in 2001 voor mensen in kaart gebracht. In 2015 is door Vibeke Sodring Elbrond (en anderen) onderzoek gedaan naar fasciale lijnen in het lichaam van het paard. Uit dit onderzoek zijn twaalf verschillende fasciale lijnen gekomen, die het lichaam van het paard, van voor tot achter en van huid tot organen, verbinden en die beweging mogelijk maken.

 

Zo heb je de twee Functional Lines, die de achterbenen met het diagonale voorbeen verbinden. Als er een verstrakking in één van deze lijnen zit, zal het paard bij het optillen van bijvoorbeeld het rechtervoorbeen, ook wat gewicht van zijn linkerachterbeen halen of deze zelfs optillen. Niet omdat hij vervelend is, maar omdat hij dan door de verstrakking simpelweg zijn diagonale been niet aan de grond kan houden!

In de voorbenen heb je de pro- en de retractielijnen lopen, die zorgen voor het naar voren en naar achteren bewegen van de benen. Als hier een verstrakking in zit, maakt het paard kortere passen en kan hij vaker struikelen.

 

De Lateral Lines (LL) lopen aan beide zijden van het paard, en zorgen voor de laterale buiging van het lijf. Wil het paard recht zijn, moeten deze twee lijnen evenveel spanning hebben en even lang zijn: als de rechter LL strakker is dan de linker, wordt het paard meer naar rechts gebogen en zal hij dus meer moeite hebben met de buiging naar links.

 

De oppervlakkige en de diepe dorsale lijnen lopen over de rug. Wanneer er een verstrakking in de oppervlakkige dorsale lijn zit, wordt de bovenlijn van het paard kort en staat het paard met een ‘holle’ rug. Een verstrakking in de diepe dorsale lijn zorgt vaak voor een stijve wervelkolom, met als gevolg een stijf paard.

 

De oppervlakkige ventrale lijn volgt de onderlijn van het paard. Wanneer er een verstrakking in deze lijn zit, staan de achterbenen van het paard vaak wat te veel onder het lichaam. Het paard kan ook gevoelig zijn in het singelgebied.

De diepe ventrale lijn is één lijn die in drie delen rondom alle organen loopt. Als er een verstrakking in deze lijn zit, kan dit zorgen voor een stijf paard wat minder kan veren, maar ook voor bijvoorbeeld problemen met de ademhaling, aangezien het diafragma ook onderdeel is van deze lijn.

 

De twee Spiral Lines omvatten het hele lichaam van het paard en zorgen voor de rotatie van de wervelkolom. Wanneer er een verstrakking in één van deze lijnen zit, kan dit zorgen voor asymmetrie in het bekken, de wervelkolom of de borstkas en bijvoorbeeld verschil in hoeven (een platte en een stijle hoef bijvoorbeeld).

 

Er zijn verschillende manieren om te testen of er een verstrakking zit in één van deze lijnen. Je kunt functionele testen doen, waarbij je het paard vraagt een beweging te maken tegenovergesteld aan de functie van de lijn. Zo kun je bijvoorbeeld vragen of het paard een schoftlift (flexie van de rug) kan maken, om de oppervlakkige dorsale lijn (functie: extensie van de rug) te testen.

Daarnaast kun je een 'swing' test doen, waarbij je het paard in een swingende beweging brengt. Tijdens deze beweging leg je een hand op een spier die bij de fasciale lijn betrokken is. Als er een verstrakking in de lijn zit, wordt de swingende beweging stugger of stopt helemaal. 

 

Bij de fasciale lijnen horen ook verschillende punten waar je door middel van acupressuur de spanning op de lijn kan verminderen. Heel bijzonder om te zien wat dit kan doen voor de paarden!

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.